Startsiet
Tofällige Siet
Anmellen
Instellungen
Spennen
Över Wiktionary
Haftungsutschluss
Söken
hand
Spraak
Oppassen
Ännern
Inholtsverteken
1
Engelsch
1.1
Substantiv
1.1.1
Översetten
2
Nedderlandsch
2.1
Substantiv
2.1.1
Deklinatschoon
2.1.2
Hyponym (Ünnerbegreep)
2.1.3
Afledd Begrepen
2.1.4
Utdrücken
2.1.5
Översetten
Engelsch
Substantiv
hand
Mehrtall:
hands
Översetten
Översetten [
ännern
]
Neddersaksch:
Mönsterlannsch
:
Hand
Oldenborgsch
:
Hand
Oostfreesch
:
Hand
(frs)
Oostnordseeplattdüütsch
:
Hand
Vest Recklinghusen
:
Hand
Däänsch
:
hånd
(da)
Düütsch
:
Hand
(de)
Engelsch
:
hand
(en)
Franzöösch
:
main
(fr)
Nedderlandsch
:
hand
(nl)
Portugeesch
:
mão
(pt)
Spaansch
:
mano
(es)
Nedderlandsch
Substantiv
hand
Deklinatschoon
Deklinatschoon
femininum
Singular
Plural
Substantiv
hand
handen
Verklenenfoorm
handje
handjes
Hyponym (Ünnerbegreep)
achterhand
allengerhand
ankerhand
backhand
beterhand
bijdehand
bovenhand
broederhand
derdehand
derdehands
forehand
gewapenderhand
goederhand
hand-in-hand
hogerhand
kinderhand
klauwhand
klomphand
kunstenaarshand
langerhand
langzamerhand
linkerhand
meesterhand
mensenhand
middelhand
middenhand
moordenaarshand
muishand
naderhand
onderhand
overhand
pianohand
rechterhand
schrijfhand
stormenderhand
tweedehands
vaderhand
vanderhand
vechtenderhand
voorhand
voorshands
vrouwenhand
waaihand
washand
Afledd Begrepen
behendig
hand-en-spandiensten
hand-out
handaanbeeld
handaandrijving
handalfabet
handappel
handarbeid
handarbeider
handatlas
handbad
handbagage
handbak
handbal
handbediening
handbeen
handbeitel
handbel
handbereik
handberrie
handbeweging
handbibliotheek
handbieding
handbijbel
handbijl
handbike
handblusser
handboei
handboek
handboog
handboom
handboor
handboord
handboormachine
handborstel
handbraak
handbrandspuit
handbreed
handbreedte
handbuiger
handcamera
handcijfer
handcirkelzaag
handclap
handcomputer
handcrème
handdadig
handdelig
handdienst
handdik
handdoek
handdouche
handdraaier
handdroog
handdruk
handdrukking
handdrum
handdweil
handdynamo
handeg
handenarbeid
handenbinder
handenloos
handenwerk
handenwringend
handeuvel
handfabriek
handformaat
handgalop
handgaren
handgebaar
handgeklap
handgeklokt
handgeld
handgemaakt
handgemeen
handgereedschap
handgeschakeld
handgetouw
handgevormd
handgewricht
handgranaat
handgreep
handgroot
handhaak
handhabiliteit
handhamer
handharmonica
handhaven
handhei
handheld
handig
handijzer
handjicht
handkaart
handkar
handkijker
handklap
handklavier
handkoffer
handkoud
handkraan
handkracht
handkruis
handkus
handlanger
handleder
handleiding
handletter
handlezen
handlichting
handlier
handlijn
handlijst
handlobbig
handlood
handmachine
handmatig
handmenger
handmixer
handmof
handmolen
handmortier
handnaald
handnervig
handomdraai
handopening
handoplegger
handoplegging
handpaard
handpalm
handpapier
handpeer
handpenning
handpers
handplaat
handpomp
handpop
handrasp
handreiken
handreiking
handrem
handroer
handrozet
handrug
handruiker
handrust
hands-on
handsbal
handscanner
handschaaf
handschaar
handschakeling
handscherm
handschoen
handschol
handschrift
handschroef
handset
handsfree
handshake
handsinaasappel
handslag
handslede
handsloop
handsmering
handspaak
handspel
handspiegel
handspier
handspil
handspletig
handspuit
handstand
handsteen
handstoel
handstoffer
handstrekker
handtam
handtammig
handtas
handtastelijk
handtekenen
handtelefoon
handteugel
handtrouw
handvaardig
handvast
handvat
handvatsel
handveger
handvergroting
handvergulden
handverlegen
handvest
handvleugelig
handvogel
handvol
handvorm
handvormig
handvuurscherm
handvuurwapen
handwagen
handwapen
handwarm
handwarmer
handwas
handwater
handwerk
handwever
handwied
handwiel
handwijzer
handwissel
handwoordenboek
handwortel
handzaag
handzaam
handzender
handzetten
handzijde
hardhandig
knaphandig
linkshandig
onhandzaam
rechtshandig
Utdrücken
hand
aan de hand zijn
aan de beterende hand zijn
de hand / handen aftrekken van
de hand boven het hoofd houden
de hand aan de ploeg slaan
een hand geven
ergens de hand in hebben
hand in hand gaan
hand over hand toenemen
het heft in handen nemen
iemand de hand reiken
iets van de hand doen
in handen van de vijand vallen
met de hand gemaakt
uit de hand lopen
voor de hand liggen
zijn hand niet omdraaien voor
er zijn hand voor in het vuur steken
Översetten
Översetten [
ännern
]
Neddersaksch:
Mönsterlannsch
:
Hand
Oldenborgsch
:
Hand
Oostfreesch
:
Hand
(frs)
Oostnordseeplattdüütsch
:
Hand
Vest Recklinghusen
:
Hand
Däänsch
:
hånd
(da)
Düütsch
:
Hand
(de)
Engelsch
:
hand
(en)
Franzöösch
:
main
(fr)
Nedderlandsch
:
hand
(nl)
Portugeesch
:
mão
(pt)
Spaansch
:
mano
(es)